Structuur
14 december 2015 15:00
Het feit dat ik dit onderwerp als laatste behandel in deze serie wil niet zeggen dat het in mijn ogen het minst belangrijke aspect is. Integendeel: een tekst valt of staat bij een heldere structuur en een slechte structuur heeft invloed op andere aspecten die een tekst tot een goede tekst maken. Van alle aspecten die ik al heb beschreven weerspiegelt structuur misschien wel het meest hoe het met de denkvaardigheden van een student gesteld is. Vaak begin ik dus juist met het behandelen van de structuur tijdens mijn lessen.
Inleiding – van m’n docent moest ik
Ervan uitgaande dat de lezer toch wel weet waar de student over schrijft (het is immers een opdracht van de docent), vallen studenten regelmatig gewoon maar met de deur in huis. Omdat ik in mijn lessen teksten gebruik die studenten voor hun opleiding hebben moeten schrijven, weet ik daarom vaak niet waar ze het over hebben en wat de opdracht was. Het helpt vaak om studenten een tekst te laten lezen die slecht is ingeleid of enkele inleidingen te laten lezen waarbij ze moeten inschatten waar de rest van de tekst over gaat. Op basis daarvan bepalen de studenten aan welke criteria een goede inleiding voldoet en kunnen ze kijken of hun eigen inleiding hier ook aan voldoet. Beter schrijven door in de huid van de lezer te kruipen dus.
Slot – dat was het
Ik kom niet alleen teksten tegen met een passend slot waarmee een tekst netjes wordt afgerond. Vaak gaapt er na de laatste alinea een enorm gat. Het voelt voor studenten stom om zichzelf nog eens te herhalen in de laatste alinea, maar het is voor de lezer juist zo prettig om te essentie nog even opgesomd te zien. Een leuke uitsmijter is een extraatje, maar is vaak lang niet zo moeilijk als het lijkt. Ik probeer het zelf ook regelmatig, met wisselend succes.
Alinea-indeling – hier maar eens een enter
‘Hier maar eens een enter’ is wel erg makkelijk gezegd, maar toch gebeurt het vaker dan ik wil. Alinea’s indelen is voor de één een vanzelfsprekendheid en gebeurt bijna op gevoel en voor de ander is het een worsteling. Het is hier zaak om in gesprek te gaan met studenten over waarom ze voor een bepaalde indeling hebben gekozen. En met antwoorden als ‘M’n alinea werd anders een beetje lang’ nemen we geen genoegen. Net als bij inleidingen helpt het om een tekst zonder alinea-indeling te behandelen of om juist een goed voorbeeld te bekijken. Kun je in één woord of zin noemen waar deze alinea over gaat? Wat is de functie van elke alinea? Als zulke vragen makkelijk beantwoord kunnen worden, dan kunnen we spreken van een goede indeling.
Signaalwoorden – zoals bijvoorbeeld ‘ten eerste’
Ik zeg altijd gekscherend: ‘De lezer is lui’. En: ‘Als jij het niet kunt vinden, is dat niet jouw fout als lezer, maar de fout van de schrijver’. Dat vinden studenten leuk om te horen, zolang ze de rol van lezer innemen. Voor de schrijver levert het wat extra werk op, zo lijkt het. Een manier om de lezer nog meer te helpen is het gebruik van kopjes en signaalwoorden. Woorden als ‘kortom’, ‘echter’, ‘bijvoorbeeld’ en ‘allereerst’ helpen de lezer met het ontwaren van de structuur van een tekst. Daarnaast helpen ze de schrijver kritisch na te denken over zijn eigen structuur. Klopt deze wel en is zij wel logisch? Van signaalwoorden wordt iedereen dus blij.
Wat te doen?
Hierboven heb ik al wat tips genoemd voor de docent: bekijk zowel verkeerde als goede voorbeelden en benoem waarom een tekst niet goed leesbaar is, of juist wel. Schrijven is ook imiteren en leren van goede teksten. Schrijven is daarnaast lezen: is de structuur van je tekst helder genoeg voor de lezer? Kan jij herkennen waar de tekst over gaat en wat waar behandeld wordt? Tot slot stimuleer ik studenten altijd om een bouwplan of tekstschema te maken voordat ze gaan schrijven. Ze maken dan een schema waarin ze per alinea noteren waar deze over zal gaan. Het helpt bij het aanbrengen van structuur, om te bepalen welke signaalwoorden passend zijn en bij het schrijven zelf, want als het fundament stevig staat, is het halve werk al gedaan.
Dat was het
Tot zover mijn serie gebaseerd op zinnen van studenten. Omdat ik de zinnen van mijn studenten leidend heb laten zijn, zijn sommige onderwerpen behoorlijk onderbelicht, waarvoor excuses. Ik zie de afleveringen over woordenschat, zinsbouw, formulering en spelling en verbuiging als groeiblogs waar ik nog regelmatig aan zal schaven. Alle suggesties zijn welkom. Voor nu houd ik het hierbij en neem ik twee weken kerstvakantie. Ik wens iedereen fijne dagen toe en alvast een inspirerend en leerzaam 2016!