Schoenmaker, je leest is groter als je denkt

15 februari 2016 15:00

Door Meli van Gellecum. In Trouw verscheen op woensdag 10 februari 2016 een artikel van Martin Slagter als reactie op het Manifest Nederlands op school. Martin Slagter is filosoof en neerlandicus en reageert kritisch op een aantal stellingen van het Manifest en dan met name op de tweede stelling ‘het vak Nederlands moet ook denkvaardigheidsonderwijs zijn’. Jongeren goed Nederlands leren op alle gebieden vindt hij al moeilijk genoeg. Kortom, zijn reactie luidt: ‘schoenmaker, houd je bij je leest’. Gelijk heeft hij: hij is filosoof en hij zal ongetwijfeld bij de uitvoering van zijn lessen gericht zijn op denkvaardigheden.

Het Manifest is overigens opgesteld namens de twee meesterschapsteams Nederlands (letterkunde en taalkunde/taalbeheersing) die zijn ingesteld door acht Nederlandse universitaire faculteiten Letteren en Geesteswetenschappen. En inderdaad richt het Manifest zich onder andere op het opnemen van de vaardigheid denken in het curriculum van het schoolvak Nederlands, omdat het betrekken van die vaardigheid betere leerresultaten zou opleveren.

Ik ben het roerend eens met deze filosoof dat denkvaardigheden binnen het gehele onderwijs een omvangrijkere plek zouden moeten krijgen, dan de thematisch aangeboden zes bijeenkomsten per jaar. Lees de blog WonderWhy met prachtige voorbeelden in het lager en middelbaar onderwijs. Helaas zijn er landelijk slechts een aantal fte’s beschikbaar voor filosofen om het keuzevak van het voortgezet onderwijs te kunnen uitvoeren.

Al decennia doet de Vereniging Filosofiedocenten in het voortgezet onderwijs veel pogingen om binnen ons onderwijssysteem het vak Filosofie een grotere rol te geven. Ook in het adviesrapport van Onderwijs 2032 wordt geadviseerd meer filosofische lessen binnen het curriculum op te nemen, maar dat zal waarschijnlijk niet leiden tot een vaste, erkende plek van filosofie als vak naast bijvoorbeeld rekenen en taal. Het standpunt dat alleen filosofen met leerlingen en studenten zouden moeten werken aan de verbetering van de denkvaardigheden lijkt dus een utopie.

Bij alle vakken moet worden nagedacht, want het uitgangspunt in het onderwijs is toch dat de meeste leerlingen en studenten met een redelijk gelijke intelligentie worden uitgedaagd om zelf te denken. Die uitdaging wordt door veel leerlingen en studenten gemist in het onderwijs, waardoor leerlingen en studenten onder andere het vak Nederlands terecht als saai ervaren. Misschien worden leerlingen en studenten inderdaad minder uitgedaagd inderdaad zelf te denken.

Als het vak Filosofie dan niet of slechts thematisch wordt opgenomen in de curricula van het onderwijs, dan is de docent Nederlands bij uitstek de docent die de denkvaardigheid als middel kan gebruiken om het vak Nederlands te doceren. Beheersing van het Nederlands en denken zijn beide voertuigen om alle kennis te vergaren, te verwerken en eigen te maken. Een tweede reden is dat juist het vak schoolvak Nederlands veel oefenmogelijkheden biedt om juist te leren formuleren, gevoelens te uiten, te discussiëren en te onderzoeken, dus waarom niet docenten Nederlands opleiden als filosofisch ingestelde vakdocenten?