Lapwerk en strafwerk
19 september 2016 15:00
Dit is geen nieuws, want dit lezen we al jaren. Ook in dit stuk wordt de schuld gelegd bij het middelbaar onderwijs: ‘Het kernprobleem is dat de docenten op het vwo hun werk niet goed (kunnen) doen, dat geldt zeker ook voor de docenten Nederlands,’ aldus Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden. Het hoger onderwijs kan slechts nog lapwerk bieden. De bal werd teruggekaatst door docent Nederlands van het jaar Maaike van Herwaarden in radioprogramma de Taalstaat. Zij vertelde daar dat het lang niet bij iedere leerling misgaat en dat spelfouten afstraffen (‘de vier-spelfouten-regel’) laat zien dat leerlingen het echt wel kunnen, maar gewoon niet altijd doen (waarom eigenlijk niet trouwens?).
En zo is het weer de schuld van niemand en worden vooral de studenten afgestraft. Het artikel meldt ook dat Nederlandse schrijfvaardigheid geen onderdeel meer is van het centraal examen Nederlands en dat het daarom op de middelbare scholen minder aandacht krijgt. Kennelijk functioneren docenten ook alleen maar als zij er op afgerekend worden?
Hoe zinvol is het om leerlingen en studenten af te straffen voor iets wat kennelijk een weeffout in het systeem is en niet de schuld van individuele studenten of leerlingen? Johannes Visser schreef hier een paar jaar geleden al een scherp stuk over op de Correspondent waarin hij stelt dat leerlingen slimme boekhouders worden door compensatiemogelijkheden, maar aan het einde van de middelbare school niet per se goed kunnen schrijven. Die compensatiedrang is vast niet de enige reden dat tachtig procent van de hbo-studenten niet het gewenste startniveau heeft (volgens het artikel in de NRC), maar het laat wel zien dat we onderwijs en leren kennelijk zien als iets wat tot stand kan komen door afstraffen en mogelijkheden om te compenseren. Het ontbreekt leerlingen en studenten aan intrinsieke motivatie. Daar ligt een taak voor de docent, lijkt me, maar hoe?
Ik denk dat taalvaardigheid nog steeds te veel gezien wordt als een los vak in plaats van iets wat doorvlochten moet worden in ieder vakgebied. Hierdoor wordt de relevantie zichtbaar en zien leerlingen en studenten het nut van een goede tekst in, en wordt schrijven zelfs leuk. Door het aan te bieden als apart vak waarbij een foutloze tekst het einddoel is, en creativiteit, plezier, verwondering nauwelijks een rol spelen, zijn leerlingen alleen te stimuleren door ze af te straffen, blijkbaar.
Bij ieder schrijfproduct moet aandacht zijn voor taal, of het nu voor geschiedenis is, voor Nederlands of voor een studie Accountancy. Laten we daarom studenten niet plagen met losse taaltoetsen, die de indruk wekken dat de student niets meer hoeft te doen na het behalen ervan, maar laten we studenten de kans geven om schrijfmeters te maken en laten we vakdocenten trainen om leerlingen en studenten hun hele lerende leven te kunnen voorzien van feedback. Straffen kan altijd nog.
Hier vindt u de digitale versie van het artikel uit NRC.