De Taalprof en de betekeniseconomie
06 juni 2016 15:00
Ik dacht dat ik dit gedachtegoed kende, vooral sinds Meli en Meike een democratiseringsproces gestart zijn. Daarbij werken zij als leidinggevenden op een open en gelijkwaardige manier met hun werknemers samen. Ik zie hen dan ook meer als mijn collega’s dan als mijn leidinggevenden. Ondanks onze intensieve samenwerking had ik het idee dat ik meer over hun drijfveren ontdekte, toen ik de aflevering van Tegenlicht bekeek.
De aflevering gaat over ondernemingen die niet het behalen van financiële winst als hoogste doel hebben, maar de winst voor de samenleving en werknemers. Sinds de crisis worden er steeds meer van dit soort ondernemingen met een maatschappelijke doelstelling gestart. De oude economie, die gebaseerd is op rendementsdenken en persoonlijk voordeel, zou zo vervangen worden door een betekeniseconomie. Ik zag daarbij een verband tussen deze betekeniseconomie en de Taalprof.
Zo houdt de Taalprof zich voornamelijk bezig met het verbeteren van de taalbeheersing van hbo-studenten, wat maatschappelijk van belang is. Daarnaast investeert deze onderneming relatief veel tijd en geld in de begeleiding van nieuwe docenten, die vaak pas afgestudeerd zijn. Deze pas afgestudeerden krijgen dan de mogelijkheid om zichzelf te ontwikkelen en te proeven aan het onderwijs. Regelmatig heeft dit tot gevolg dat ze ervoor kiezen om in het onderwijs te blijven, hoewel ze daar aanvankelijk niet voor gekozen hadden. Op die manier draagt de Taalprof eveneens bij aan de oplossing voor een ander maatschappelijk probleem: het tekort aan docenten Nederlands.
Niet alleen beginnende docenten krijgen bij de Taalprof de kans om zich te ontwikkelen, ook voor ervaren docenten worden congressen, spardagen en (delen van) opleidingstrajecten betaald. In tegenstelling tot in bijvoorbeeld het middelbaar onderwijs, betaalt de Taalprof dit uit eigen zak; er is geen potje voor. Een investering in de ontwikkeling van kwaliteit kan meer financiële winst tot gevolg hebben, en dan snijdt het mes aan twee kanten. Die winst is natuurlijk van belang voor het voortbestaan van het bedrijf, maar ook om, en dan parafraseer ik Meli even: ‘Te kunnen blijven doen, wat we willen doen: maatschappelijk gezien van betekenis zijn.’ Typisch een opmerking van een betekeniseconoom.
Ik weet dat deze blog overloopt van positiviteit, maar dat past ook bij de sfeer van de spardag. Volgens Aaron Hurst, de schrijver van wat gezien wordt als het standaardwerk over de betekeniseconomie: ‘The Purpose Economy’, kiest de milleniumgeneratie steeds vaker voor banen met betekenis en kans op persoonlijke groei. Als vertegenwoordiger van deze generatie kan ik dit beamen. Sinds de spardag en de aflevering van Tegenlicht doe ik dit meer bewust.
De aflevering ‘Rendement van geluk’ van Tegenlicht is hier terug te zien.